GEDICHTEN

De handen van mijn moeder

De handen van mijn moeder
Hebben me vastgehouden
Gevoed
Gekoesterd
Toen ik klein was

Ze hebben
Pleisters geplakt
Pluimen gegeven
Getroost
Toen ik groot was en tegelijk nog klein

De handen van mijn moeder
Ken ik gevouwen in gebed
Ze hebben eten bereid, ladingen
Ze hebben bedden verschoond
Mijn bed

Ze hebben
Gestreden
Lief gehad
Pijn gekend
Voor ons, voor mij

De handen van mijn moeder 
Zeggen veel over haar
Ze spreken van worsteling
Maar bovenal 
Laten de handen van mijn moeder
Liefde zien
Heel veel liefde

De zee

Ik sta op het strand
en kijk naar de zee:
een eindeloze watermassa
Eindeloos, want ik zie geen begin en geen eind

De bulderende golven,
er staat veel wind,
slaan op het strand:
de zandvlakte waar ik sta vol verwondering
Voor wat zich voor mijn ogen afspeelt

De zee wordt groter
ik word kleiner
Een geruststellend, relativerend idee
dat niet ik,
maar iets anders groot is
Dat het niet om mij gaat
maar om dat waar ik deel van uit maak
Iets groots,
eindeloos,
het kent geen begin en geen eind
Iets wat omarmt
Net als het water van de zee
wat je omarmt
als je er deel van wil zijn
Als je deel wil zijn van dat wat groter is dan jezelf

Vluchteling

Wie ben jij?
Hoe heet je?
Waar kom je vandaan?
Wat waren jouw dromen?

Wat was het wat jou hierheen dreef
Nu drijvend op het water
Waarin jij je redding zocht

Hoe was het om op de boot te stappen
En naast de boot in het water te eindigen
Happend naar lucht
Terwijl je longen zich langzaam maar zeker
Vulden met water

 Stikkend
Zoekend
Tastend
Naar jouw kind
Met grote bruine ogen
Twee vlechtjes en
Een bloemetjesjurk

Hoe was het
om het ontzield lijfje,
met in een grauw gezichtje
levenloze ogen,
te zien drijven op het water

Het water was jouw hoop
Zou redding brengen
En dromen vervullen
Maar het werd jouw dood
Na het zien van jouw dode kind
Stopte jouw hart met kloppen.

Als ik naar jou kijk

Als ik naar jou kijk
Zie ik ogen
Ogen die teveel gezien hebben
Teveel pijn
Teveel leed
Teveel dood

Als ik naar jou kijk
Zie ik handen
Die eerder
De handen van jouw moeder
Vasthielden
Liefdevol

Als ik naar jou kijk
Zie ik voeten,
In te kleine slippers,
Voeten, koud en pijnlijk
Gevolg van een lange tocht
Die jou hier bracht

Als ik naar jou kijk
Zie ik een neus
Die geuren opsnoof
Andere dan de geuren van hier
De geur van de dood
Die hing in de stad waar jij woonde

Als ik naar jou kijk
Zie ik oren
Oren die hoorden hoe raketten insloegen
Oren die hoorden
Hoe jouw broertje met een laatste schreeuw
Het leven liet

Als ik naar jou kijk
Zie ik jouw lippen woorden vormen
Ik hoor jou praten
Je zegt iets in een taal die ik niet begrijp
Een taal die ik wil begrijpen
Omdat ik jou wil begrijpen

Meer dan duizend

Meer dan duizend
Liedjes over de liefde
Meer dan duizend
Gedichten over verdriet
Meer dan duizend
Boeken over van alles en nog wat
Meer dan duizend 
Artikelen in de krant
Meer dan duizend
Woorden gesproken
Meer dan duizend 
Woorden gehoord
Meer dan duizend 
Gezichten gezien op TV
Meer dan duizend 
Mensen verdronken op de Middellandse Zee
Meer dan duizend 
Verhalen eindigden in het water
Meer dan duizend
Gezinnen verscheurd
Meer dan duizend
Harten gebroken
Meer dan duizend
Mensen dood

Minder dan 1000
Artikelen daarover in de kranten
Minder dan 1000
Gezichten in rouw werden getoond 

Meer dood
Minder woord
Ongehoord

N.a.v. een artikel van de UNHCR over het aantal doden per jaar, meer dan 1000, op de Middellandse Zee de afgelopen 6 jaar.

Liefde

Kom, ga met me mee
Dan maken we verhalen,
anders dan andere
Dan creëren we herinneringen
Verschillend aan die van daarvoor

Kom, ga met me mee
Samen verdwalen
Op paden die er nog niet zijn
Die worden gevormd
door onze voetstappen

Kom, ga met me mee
Op zoek naar avontuur
Op zoek naar anders in het gewone
die kleine dingen 
die groot worden door ze te zien

En als je dan mee gaat
Pak dan mijn hand
Houd me dan vast
Dan houd ik jou vast
en zijn we samen (all)een

Ik mis je

Ik hoor jouw woorden in mijn hart
Ik proef jouw aanrakingen in mijn tranen
Ik voel jouw afwezigheid in mijn ziel
Ik zie jou in alles waar jij niet meer bent.
Bovenal mis ik je

Ik mis je lach
Ik mis de warme klank van jouw stem
Ik mis het aanraken in een rustig, liefdevol ritme
Ik mis de blik in je ogen, kijkend naar mij
Ik mis je armen die zeiden ‘het komt goed’
Ik mis je
Ik mis je zo

Ik mis je zo

Als ik voel
Voel ik niets
Niets anders, dan jouw afwezigheid

Als ik ruik
Ruik ik niet de geuren om me heen
Ik ruik de geuren die jij bij je droeg

Als ik kijk
Zie ik niet de werkelijkheid
Ik zie jou in alles om me heen

Als ik voel
Het lijf waarmee mijn ziel is omhuld
Dan voel ik het lijf wat ik vast wil houden en nooit meer los wil laten

Als ik luister
Dan hoor ik jou
Jouw woorden, jouw muziek – onze muziek- de klanken van de liefde
Ik mis je
Ik mis je zo

Oorlog
Rook

De rook stijgt op
Stijgt op boven de rode daken
Laat een aslaag achter
Wat eerst mensen waren
Uit huizen met rode daken
Uit een ander deel van dezelfde stad

De rook stijgt op
Laat de geur van dood achter
En een spoor van wat eerst leven was
Een leven wat geuren opsnoof
Andere dan die van de dood

De rook stijgt op
Mensen gaan de straat op
Gaan luisteren naar een man
Met een harde stem en een sterk verhaal
En letten niet op de wolk boven hen
Waarin levens verborgen zitten die niet mochten leven
Van de man met de harde stem en een sterk verhaal

De rook
Symbool van dood
Van leven wat was en niet mocht zijn

Hersenspinsels

Dansen op de oppervlakte

Als ik om me heen kijk, verwondert het me dat mensen zoveel investeren in de oppervlakte. Als dat maar strak en glad is. Dan is dat schoonheid. Terwijl ik een heel ander beeld heb van schoonheid: en dat is dat in de diepte en in het hart van mensen de schoonheid te vinden is en dat die bij iedereen is. Daar. Met bulten en krassen. Schoonheid is voor mij gebrokenheid in de worstelingen die het leven geeft.
Ik ben niet gemaakt om te dansen op de oppervlakte maar om te duiken in de diepte.
S
choonheid vind ik vooral in die diepte: in de rauwe pijn, in het pure verdriet. Ik kijk naar de ogen van iemand, op zoek naar de ziel wat leidt naar het hart. Hierdoor ontstaat contact. Van hart tot hart. Echt contact bestaat bij de gratie van gedeelde pijn, van openheid over barstjes in die ogenschijnlijke perfecte façade. Dergelijk contact heb ik vaak. Zomaar. Op straat, op een begraafplaats, in de supermarkt, in de kringloopwinkel. Omdat mijn gebrokenheid er wat dikker bovenop ligt. Misschien. En ik wil het niet anders. Dat betekent dat ik op een moment zoals gisteren waar de dood aanwezig was, verdriet voelbaar, dat ik diep ga. Kapot ga. Maar dat er in dat kapot gaan altijd ruimte is voor contact. Voor de gebrokenheid van iemand anders. Schoonheid is niet het feestje wat gevierd wordt. Schoonheid is de kwetsbaarheid van durven laten zien wat het hart is. Dat ik dat mag zien van zoveel mensen, dat ze mij toelaten om dat te zien, dat vind ik mooi. Dat betekent ook dat ik af en toe lijd. Om het verdriet en om die pijn van die ander. 
Mijn leven wordt geleefd in de diepte. De diepte die uittilt boven de oppervlakte. 

Dat is beide mijn leven; de diepe intense schoonheid en verrijking door het mogen zien van het hart van de ander maar ook daardoor de pijn die dat geeft. Moeilijke momenten ken ik. Maar dat is maar een fractie van mijn leven. Ik zie zoveel schoonheid. En dat ik dat mag zien maakt mijn leven waardevol. Daar ben ik dankbaar voor. Ontzettend dankbaar.